‘Scheluw vlak’, ‘band-band’, ‘hangend op een oor’, ‘naaldstenen’….. Zo maar wat vaktermen uit de straatmakerij behandeld in de 1e Incompany Training georganiseerd door Basis-Infra voor het Ingenieursbureau Den Haag.
Bron: Roel Raadssen
Tja, bestrating. Er wordt verwacht als toezichthouder, werkvoorbereider, uitvoerder, directievoerder en diverse andere functies binnen ons technische vakgebied, hier ‘weet’ van te hebben. Weet, in die zin, kennis en inzicht in de dagelijkse praktijk van het aanbrengen van bestratingen. De vaardigheid om zelf een straatje te leggen wordt niet geacht tot het takenpakket van deze functies te behoren, terecht lijkt mij. Dat is bestemd voor de vakman!
We hebben er allemaal wel gevoel bij, maar weten we nu echt waar het over gaat? De vaktermen, zoals hierboven genoemd bijvoorbeeld, weten we nu echt wat het inhoudt en kunnen we met een vakman straatmaker hierover communiceren en beoordelen of het aangelegde straatwerk nu wel aan de eisen voldoet of juist niet? Of sterker nog, kunnen we vooraf aanwijzen en uitleggen hoe we de bestrating uitgevoerd willen hebben?
Erg lastig!
Straatmaker is een gevoelsvak. Achter de vakbekwaamheid straatmaker gaat een hele wereld verborgen. Uitrekenen en uitzetten van hoogte profielen in stadsstraten t.b.v de juiste afwatering. Verbanden, haaksheid, verschillende soorten materiaal met ieder zijn specifieke verwerkingsmethodiek. Bereken de hoogtes maar eens van een ‘waterpasliggend’ kruispunt, ‘haaks’ kruispunt of kruispunt in een ‘hellend vlak’ en zet deze maar eens uit…….
Zelfs het inwassen van tegelbestrating of steenbestrating is een vak apart! En wordt nu helaas als nostalgisch gezien. Een triller was in de tegelbestrating een taboe, bij steenbestrating werd het trillen toegepast t.b.v. een ‘final-touch’.
Nog niet zo lang geleden werd er vijf jaar in totaal over het verkrijgen van een vakdiploma gedaan. Na de eerste drie jaar een praktisch en theoretisch examen, na het vierde jaar wederom een theoretische toets en na het vijfde jaar een definitief praktijk examen. Na het volbrengen van deze vijfjarige opleiding mocht je je volleerd straatmaker noemen. Althans, dan begint het pas.
De laatste jaren is er een enorme beweging ingezet vanuit de wetgeving om het de straatmaker lichter te maken. Het welzijn kwam voorop te staan, mechanisatie deed zijn intrede. En terecht lijkt mij, want het is een zwaar beroep en ieder weldenkend mens zou toch graag nog redelijk fit van zijn oude dag willen genieten.
Keerzijde van deze mechanisatie is dat het straatwerk niet meer op een vakkundige wijze wordt aangebracht, het handmatig ‘zetten’ van de steen (weer zo’n term) en de steen op ‘dracht’ zetten is verdwenen. Kortom een vakbekwaamheid wordt langzamerhand losgelaten, want het afreien van de straatlaag is belangrijker geworden en een triller doet nu het werk om de uiteindelijke resultaatsverplichting acceptabel te krijgen. Hiermee gaan veel basisvaardigheden en vakbekwaamheden verloren en is het huidige kwaliteitsniveau gebaseerd op afreien en vleijen van de onderlaag t.b.v. aan te brengen bestrating een gemeengoed geworden.
Binnen de Dienst Stadsbeheer zijn er daarentegen nog een aantal ‘oud’ straatmakers werkzaam die het straatmakersvak nog hebben geleerd, zoals ‘het hoort’. Deze vaklieden zijn werkzaam binnen het Ingenieursbureau Den Haag en diverse stadsdelen. Zij hebben er nog ‘weet’ van!
Met die wetenschap om de aanwezige kennis te benutten, over te dragen en te behouden binnen de Dienst Stadsbeheer is onder initiatief van Alex van ‘t Veld een In Company Training georganiseerd aan een gemengd gezelschap van toezichthouders, directievoerders, werkvoorbereiders en beheerders.
De eerste twee theoriedagen zijn achter de rug en de reacties en feed-back zijn erg positief! De reacties liepen uiteen van ‘een feest van herkenning’ tot ‘en nu heb je me, daar heb ik nog nooit van gehoord’.
Ook de dialoog die regelmatig plaatsvond tussen beheerder(s), directievoerder(s) en toezichthouder(s) was een leuke interactie welke er hopelijk toe heeft geleid dat er meer wederzijds begrip is ontstaan tussen de verschillende rollen met bijbehorende taken en verantwoordelijkheden in het realisatieproces.
Nu de vaktermen waar ik dit stuk mee begon. Ik kan het u natuurlijk verder uitleggen, alleen dat zou te simpel zijn.
Als u het echt wilt weten? Hier mijn suggestie: Maak eens een praatje met een straatmaker en vraag naar de betekenis van genoemde vaktermen? Als u een vakman tegen komt, kunt u niet meer stuk! Hij zal het u vol trots vertellen en misschien zelfs laten zien wat het inhoudt!
Ach, en waarom niet! Toch een klein stukje theorie……. Wat overigens verloren is gegaan door de mechanisatie.
Door de niet zo vormvaste stenen van toen in vergelijking met de huidige stand der techniek, en door de verkeersintensiteit werden de straatstenen als het ware ingeslepen. Vlakken van de bovenkant van de steen sleten en de rest niet. Hierdoor onstonden vervormingen. Bij het herstraten kwamen die vervormingen onder de handen van de straatmaker en deze, vertaalde door zijn vakbekwaamheid en voornamelijk gevoel, of de nieuwe bestrating weer kwalitatief onder profiel, haaks en op dracht kwam te liggen.
Onderstaande uitgangspunten in het verwerken van de vervormingen bepalen in grote mate de kwaliteit!
▪ ‘rijke’ kant van je af, arme kant naar je toe
▪ bolle kant moet naar boven zijn gericht
▪ holle kant van je af , bolle kant naar je toe
Dit leer je dus te voelen, want er gaan per dagproductie een paar duizend stenen door je handen…………. Een machine voelt helaas niet………
Het vak straatmaker wordt door Basis-Infra een warm hart toegedragen en wil middels het verzorgen van een In Company training het ambacht straatmaker niet geheel verloren laten gaan.
Geïnteresseerd geraakt?
Is uw interesse gewekt in wat Basis-Infra op dit gebied te bieden heeft, neem vrijblijvend contact op met Boudewijn van Dijck 06 53 38 07 62.